Bominslag Veluvia

Op vrijdagavond 21 januari 1944 om 20.20 uur liet een laagvliegend vliegtuig twee bommen vallen op de wijk Veluvia. Eén bom viel in de achtertuinen van het woonblok Eekmolenweg, August Faliseweg, Veluviaweg en Otto van Gelreweg.

Aan de Eekmolenweg 13 waren twee dodelijke slachtoffers te betreuren, Hermanus Schoemaker en Jan Hendrik Willemsen.
Vier personen werden zwaar gewond overgebracht naar het ziekenhuis.

Op de wegen die toegang gaven tot het bouwblok waar de bommen vielen gold van zaterdag 22 januari tot dinsdag 25 januari een toegangsverbod.
Tien panden moesten ontruimd worden.
Zeventien panden werden beschadigd en zevenenveertig panden licht beschadigd.
De herstelwerkzaamheden waren begin september 1944 afgerond.

Ooggetuigenverslag Frits

“Het huis stond er nog, maar alles was donker. Overal lagen glasscherven. De fiets gauw tegen het hek. De voordeur stond los en zwaaide heen en weer. In het halletje was het donker maar de tussendeur was verdwenen. Enkele treden van de trap waren er nog, maar dan hield het op. WC en keuken waren verdwenen . De kelder lag vol met puin. Puin,overal puin! De achterkamer is weg. Het plafond hangt zover naar beneden dat je er met de hand bij kunt. Waar is zijn vrouw die juist deze avond haar vader op bezoek had? Waar is de kleine Job die in het achterkamertje boven sliep?
Daar kwamen een paar vrienden van Frits. Ze hadden hadden om negen uur een afspraak bij hem thuis.
“Je vrouw is ernstig gewond , we hebben haar op een deur weggebracht naar het ziekenhuis . Jobje is bij de familie Looijen op de Otto van Gelreweg. We waren hier even na de ontploffing van de bommen. De brandweer was er al gauw met een stelfel brandende lampen. We vonden je vrouw. Ze lag tegen de brandende kachel en we hebben ze onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht. Je schoonvader heeft alleen een paar schrammetjes.”
“En hoe is het met Jobje?”
“Dat is een wonder geweest. Zijn hele kamertje is weggeslagen en hij is met zijn bedje naar buiten geslagen van de bovenverdieping in de tuin. We hoorden hem huilen  het geluid kwam onder het puin vandaan. Toen kwam de brandweer. Grote brokken puin haalden we leeg. Zijn ledikantje was brandhout. Hij lag onder zijn matrasje tussen de dekentjes. Zij ogen zaten dicht door stof en kalk. De dokters hebben hem bekeken en hij mankeert niets  geen schrammetje te zien! Dat is met recht een wonder.”


Bronnen

Gemeentearchief Wageningen.

Plaats een reactie