Bominslag Het Roode Dorp

Vrijdag 26 maart 1943

In de woonwijk Volkswoningbouw in de volksmond ‘Het Roode Dorp’ geheten kwam op vrijdagavond 26 maart 1943 een zware bom neer die meteen explodeerde. De geweldige dreun was tot in de verre omtrek hoorbaar en voelbaar. De gevolgen waren desastreus: 27 mensen verloren het leven, er waren zeven zwaargewonden en vele lichtgewonden.
De ravage was immens, een groot deel van het Roode Dorp lag in puin.

Roode Dorp maart 1943
Roode Dorp maart 1943

Het projectiel sloeg in om 21.35 uur. Het politiedagrapport van Wageningen meldt de bominslag om 21.40 uur.
Om 22.10 uur waren de Luchtbeschermingsdienst, waaronder de medische dienst, de brandweer en de politie al volledig aan het werk in het rampgebied. De wijk werd die avond afgezet door de Wageningse politie.  Op verzoek van de commissaris van politie werden de Duitse instanties ingelicht. Na middernacht om 0.40 uur bezocht een groep Duitse militairen de plaats van de ramp. De volgende ochtend werd door Duitse militairen de afzetting van de wijk overgenomen en werden er eveneens door de Duitsers foto’s van de rampplaats gemaakt.

Alle verslagen die zijn opgemaakt na 26 maart 1943 maken melding van een bominslag, een verslag van 29 maart vermeldt een luchtmijn.
In datzelfde verslag wordt melding gemaakt van nog een bomtrechter, met een diameter van ongeveer twee meter in de achtertuin van Brinkerweg 25, op een afstand van ongeveer 500 meter van de Beekstraat. Die bom was van een licht kaliber en ontplofte ondergronds, hierbij zijn geen slachtoffers gevallen.
Uit diverse verklaringen blijkt dat het op de avond van 26 maart 1943 aardedonker was, iets zien was dus niet mogelijk, iets horen wel.

Na de identificatie van de slachtoffers op 27 en 28 maart 1943 in het ziekenhuis 'Ziekenzorg'  en de doodschouw door Dr. Winkler Prins werden de doden gekist en op 29 maart overgebracht naar de grote zaal van de schouwburg "De Junushoff'.

Op 31 maart 1943 werden zeventien slachtoffers vanuit deze schouwburg begraven op de algemene begraafplaats. De rooms- katholieke slachtoffers werden 30 maart begraven.

Ooggetuigenverslag Henk Glimmerveen

"Ik lag al lang in bed en sliep, maar werd op slag wakker door een vreemd geluid: een fluittoon als van een voorwerp dat met grote snelheid dichterbij kwam en vlak over het dak van het huis vloog. Direct daarna: een harde klap van een explosie.
Wat was dat? Een vliegtuigbom? Maar er was geen vliegtuig in de lucht. Een vliegtuig zelf, neergeschoten door de Duitsers? Maar zo had het geluid niet geklonken.
Het bleef verder stil, dus gingen we maar weer slapen.
De volgende ochtend hoorden we dat er een bom was ontploft in ‘het Rode Dorp’, een arbeiderswijk ruim een kilometer van ons huis. Nieuwsgierig als ik was ging ik kijken. Ik kon niet dichtbij komen: de buurt was afgezet. Maar op afstand was te zien dat een aantal huizen zwaar was beschadigd. Er liepen Duitse militairen rond."

Ooggetuigenverslag Dhr. van Aggelen

Ooggetuigenverslag Willem van Leerdam

Willem van Leerdam was 12 jaar toen het gebeurde. Met zijn broertje was hij half negen naar bed gegaan en werd in de nacht wakker door een enorme herrie. Toen hij zijn ogen opendeed keek hij vanuit zijn bed door de restanten van het dak naar de blote hemel. Zij werden meegenomen door de buren en pas later hoorden zij, dat hun moeder aan haar verwondingen was overleden.

Copyright De Casteelse Poort | Deze video is vervaardigd t.b.v. vertoning in museum De Casteelse Poort

Slachtoffers Roode Dorp

De lijst met namen van de 27 dodelijke slachtoffers van de bominslag in het Roode Dorp op 26 maart 1943. Het waren bewoners en bezoekers die op die vrijdagavond in de wijk verbleven. De straatnamen die vermeld zijn waren de plaatsen waar ze woonden of op het moment van het bombardement aanwezig waren.

lees verder

De lijst met namen van de 27 dodelijke slachtoffers van de bominslag in het Roode Dorp op 26 maart 1943. Het waren bewoners en bezoekers die op die vrijdagavond in de wijk verbleven. De straatnamen die vermeld zijn waren de plaatsen waar ze woonden of op het moment van het bombardement aanwezig waren.

Meer informatie over de dodelijke slachtoffers van de bominslag op 26 maart 1943 in het Roode Dorp [ Beekstraat – Julianastraat – Vanenburgstraat ] in het menu onder Burgerslachtoffers op deze website.

Beekstraat 1

  • Jacob van Caspel
    Nieuwer Amstel 25-07-1886 / Wageningen 26-03-1943
  • Felicitas Sophia Didi Maria Elisabeth van Caspel
    Ede 11-12-1937 / Wageningen 26-03-1943

Beekstraat 3

  • Johanna Derksen- Heijmen
    Wageningen 19-05-1891 / Wageningen 27-03-1943
  • Hendrina Johanna Derksen
    Wageningen 14-04-1921 / Wageningen 27-03-1943
  • Rutgerus Derksen
    Wageningen 10-01-1926 / Wageningen 27-03-1943
  • Theodorus Rutgerus Derksen
    Wageningen 12-11-1933 / Wageningen 26-03-1943

Beekstraat 5

  • Johannes Rothuis
    Wageningen 25-07-1884  / Wageningen 26-03-1943
  • Hendrika Jacoba Cornelia Rothuis- Hendriks
    Kesteren 04-05-1886 / Wageningen 26-03-1943
  • Wilhelmus Johannus Verstegen
    Renkum 12-08-1911 / Wageningen 26-03-1943
  • Aleida Verstegen - Rothuis
    Arnhem 04-03-1914 / Wageningen 26-03-1943

Beekstraat 6

  • Jacoba Maria Jansen - van Haaften
    Wageningen 03-04-1896 / Wageningen 26-03-1943

Beekstraat 7

  • Adriana van de Weerd- Ruijsch
    Wageningen 28-03-1914 / Wageningen 26-03-1943
  • Evertje van de Weerd
    Wageningen 02-12-1941 / Wageningen 26-03-1943
  • Willem Hannes Ruijsch
    Wageningen 21-07-1907 / Wageningen 26-03-1944

Beekstraat 9

  • Johannes Hendrikus Pastoors
    Wageningen 23-02-1904 / Wageningen 26-03-1943
  • Auguste Viktoria Pastoors- Gries
    Oberhausen 17-02-1911 / Wageningen 26-03-1943

Beekstraat 11

  • Willemijntje van Merkestijn- van Breenen
    Rhenen 25-06-1876 / Wageningen 26-03-1943
  • Geertje van Ginkel -van Merkestijn
    Rhenen 25-10-1919 / Wageningen 26-03-1943
  • Jupiter van Ginkel
    Wageningen 01-02-1941 / Wageningen 26-03-1943
  • Johanna van Merkestijn - Drost
    Veenendaal 12-07-1917 / Wageningen 26-03-1943
  • Francina Margaretha van Merkestijn - Böhmer
    Renkum 21-03-1920 / Wageningen 26-03-1943
  • Johannes Cornelis van Breenen
    Rhenen 02-08-1870 / Wageningen 26-03-1943

Julianastraat 147

  • Johannes Lammers
    Wageningen 02-11-1908 / Wageningen 26-03-1943

Vanenburgstraat 26

  • Gerardus Wilhelmus Borsboom
    Wageningen 24-07-1939 / Wageningen 26-03-1943

Vanenburgstraat 28

  • Paulus Wolve
    Wageningen 26-05-1873 / Wageningen 26-03-1943

Vanenburgstraat 30

  • Maartje van Leerdam - Keuken
    Echteld 29-03-1895 / Wageningen 26-03-1943

Vanenburgstraat 31

  • Johannes Hendricus Korf
    Wageningen 07-04-1905 / Wageningen 27-03-1943

In de Beekstraat bevindt zich tegen de voorgevel van de huizenrij tussen de nummers 7 en 9 een Gedenksteen. Dit kleine monument herinnert aan de slachtoffers van de bominslag op 26 maart 1943.

Schade Roode Dorp

Na de bominslag op vrijdagavond 26 maart 1943 was de materiële schade groot.

lees verder

Vanenburgstraat 1943
Vanenburgstraat 1943

  • 18 woningen werden totaal weggevaagd.
  • 69 woningen waren geheel of zodanig verwoest dat deze niet meer te herstellen waren, de gehele inboedel was eveneens verwoest.
  • 24 woningen waren zwaar beschadigd, terwijl de inboedel als verloren kon worden beschouwd.
  • 91 woningen waren herstelbaar beschadigd.
  • In de gehele stad kregen ongeveer 825 woningen glas- en pannenschade.
  • 90 gezinnen waren dakloos geworden en werden ondergebracht bij andere gezinnen in de stad.

Het Roode dorp en de V1

Over de oorzaak van de ramp in het Roode Dorp op vrijdag 26 maart 1943 lopen de meningen sterk uiteen. Sommigen zijn ervan overtuigd dat de Duitsers een ‘proef-V1’ op de Beekstraat lieten neerkomen.

lees verder

Misschien wel bewust, om de uitwerking van dat wapen op een bewoond gebied proefondervindelijk vast te stellen. Anderen bestrijden dit. Zij zijn van mening dat een V1 in maart 1943 nog niet operationeel inzetbaar was. Ook binnen de Historische Vereniging Oud-Wageningen zijn de meningen verdeeld. In feite is het een patstelling omdat een feitenonderzoek naar deze ramp nooit had plaatsgevonden.

Het Roode Dorp en de V1Om uit deze impasse te geraken, heeft de eindredacteur van ons verenigingsblad, Gerard Olinga, een diepgravend onderzoek verricht naar deze mysterieuze ramp tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarbij 27 mensen om het leven kwamen.

Zijn op feiten en omstandigheden berustend onderzoek staat beschreven in zijn boek: ‘Het Roode Dorp en de V1, een reconstructie van de rampavond’, dat op 19 april 2012 uitkwam.

Olinga realiseerde zich dat de waarheid, na zoveel jaren, nog moeilijk te achterhalen zou zijn. Als oud-rechercheur heeft hij de oorzaak van de ramp onderzocht, zoals hij vroeger levensdelicten onderzocht. Als een rode draad loopt zijn onderzoekmethode door het verhaal heen, die hij de methode van de ‘zeven gouden W’s’ noemt. Hij stelde zich allereerst de volgende zeven onderzoeksvragen: wat is er gebeurd, wanneer is het gebeurd, waar is het gebeurd, wie waren de slachtoffers, waarmee is het gebeurd, op welke wijze is het gebeurd en waarom is het gebeurd.

Onder andere middels gesprekken met getuigen, het leggen van contacten met deskundigen, het bestuderen van brondocumenten uit archieven in Nederland, Duitsland en Engeland en door zich niet alleen te focussen op de gebeurtenissen in Wageningen, verzamelde hij gedurende zijn ruim één jaar durend onderzoek veel feitenmateriaal. Daardoor kon hij uiteindelijk tot de slotvraag komen: ‘En wie was daarvoor verantwoordelijk?’

Voor het antwoord op die vraag, onderzocht hij de drie enige denkbare scenario’s:

  • een al dan niet met opzet gelanceerde V1;
  • een afgeworpen vliegtuigbom vanuit een Duitse bommenwerper;
  • een afgeworpen vliegtuigbom vanuit een geallieerde bommenwerper.

In zijn boek neemt hij de lezer gedetailleerd mee naar wat hij heeft onderzocht en hoe hij dit heeft gedaan. Daaruit wordt niet alleen duidelijk dat de uitwerking van een geëxplodeerde V1 vergelijkbaar is met die van een geëxplodeerde Duitse of Engelse luchtmijn van 2000 kg. of 4000 lbs., maar ook of deze drie wapens op 26 maart 1943 voor Wageningen wel of geen sluitend alibi hadden.

Een tweede rode draad die door het boek loopt, vormt de waarnemingen van diverse getuigen in Renkum en in Wageningen. Mede door die waarnemingen konden de laatste minuten, die aan de ramp in het Roode Dop vooraf gingen, nauwgezet worden gereconstrueerd. Olinga is erin geslaagd om tot een uitspraak te komen. Een duidelijke uitspraak die veel misverstanden uit de weg ruimt.

Wageningen mag zich gelukkig prijzen met dit historisch gezien, uitstekend resultaat.
De Historische Vereniging Oud-Wageningen is er trots op dat zij heeft mogen bijdragen aan het publiek maken van dit belangrijke onderzoek.

P. Woldendorp
Voorzitter Historische Vereniging Oud-Wageningen

Olinga, G., Het Roode Dorp en de V1. Een reconstructie van de rampavond.
Historische Vereniging Oud-Wageningen. Historische Reeks No. 12 (Wageningen 2012), 208 blz. ill. lit. tabb.;
ISBN 978-94-6190-826-1.
De verkoopprijs is € 17.50.

Te koop bij de Historische vereniging Oud-Wageningen en bij Kniphorst boekverkopers

Vereniging Volkswoningbouw

De wijk Volkswoningbouw was gelegen tussen de Lawickse Allee, Haagsteeg en de Dijkgraaf, in het (toenmalige) noordwesten van Wageningen. Tegenwoordig is deze voormalige wijk onderdeel van de wijk De Buurt.

lees verder

Vanenburgstraat
Vanenburgstraat

De oprichting in Wageningen van de vereniging Volkswoningbouw (VWB) vond plaats op 17 april 1912. De statuten werden bij Koninklijk besluit van 12 september 1912 goedgekeurd.
De opdracht een stratenplan met 83 woningen te ontwerpen werd gegeven aan het Rotterdamse architectenbureau Roos en Overeijnder. De aanbesteding van de bouw vond plaats op maandag 23 november 1914. Het werk werd gegund aan de aannemer Albert Haar uit Wageningen.
Zaterdag 8 januari 1916 werden de 83 woningen in de wijk van Volkswoningbouw in aanwezigheid van verschillende genodigden door mr. H.F. Hesselink- van Suchtelen burgemeester van Wageningen, geopend.

Het tweede gedeelte met 105 woningen werd gebouwd in 1919. Op 18 juli 1919 werd door de gemeenteraad van Wageningen de straatnamen vastgesteld. De straat in het eerste gedeelte kreeg de naam Julianastraat.Het tweede gedeelte omvatte meer straten, van Eckstraat, genoemd naar de eerste voorzitter, Beekstraat, Matenstraat en Vanenburgstraat.

Tijdens de bominslag van 26 maart 1943 werd er grote schade aangericht aan woningen in het tweede gedeelte. Er vielen 27 dodelijke slachtoffers.

In een aangetekende brief van 30 maart 1943 van de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw en de Bouwnijverheid Dr. Ir. J.A. Ringers staat de volgende tekst: ‘zegt de burgemeester van de gemeente Wageningen aan, dat hij overgaat tot onteigening, ten name van de gemeente Wageningen van het puin en de verdere restanten van opstallen der percelen welke in den nacht van 26 op 27 maart geheel of nagenoeg geheel zijn verwoest. Het is de bedoeling dat de afkomende materialen zoveel mogelijk worden gebruikt voor de wederopbouw van de vernielde gebouwen’.

Met algemene stemmen werd tijdens de ledenvergadering van 24 september 1943 besloten tot ontbinding van de vereniging Volkswoningbouw
Op 15 november 1943 ging de gemeente akkoord met de overname en op 22 november 1943 werd de overname door de gemeente per brief aanvaard. Op 1 juli 1944 vond de formele overdracht van de vereniging Volkswoningbouw naar de gemeente Wageningen plaats.
Namens de vereniging Volkswoningbouw ondertekenden voorzitter Gerrit Sluis en secretaris Antonie te Wechel. Namens de gemeente tekende burgemeester Wouter Hendrik van den Brink, handelende ter uitvoering van het door den burgemeester van Wageningen ter waarneming van de taak van de raad der gemeente, uitvoering verordening 152/1941

Vanaf begin 1942 was er schriftelijk overleg tussen de secretaris-generaal K.J. Frederiks van het departement van Binnenlandse Zaken en  burgemeester ir. M.J. IJzerman van de gemeente Wageningen over het centraliseren van het onderhoudswerk van alle in de gemeente bestaande woningwetwoningen teneinde te komen tot een meer economisch onderhoudsbeheer dan bij de tot op heden gevolgde gesplitste wijze van werken mogelijk is.
De gewenste centralisatie van het onderhoud vormde de aanleiding om tot oprichting van een gemeentelijke woningstichting te komen.
De Stichting Centraal Woningbeheer werd opgericht bij besluit van het gemeentebestuur van Wageningen dd. 25 januari 1944. Goedgekeurd op 2 februari 1944 door het provinciaal bestuur van Gelderland.

Bronnen:
Gemeentearchief Wageningen

10 reacties op “Bominslag Het Roode Dorp”

  1. Het doet me pijn om te zien dat de nalatenschap van mijn moeder wordt misbruikt om een punt te maken in de reacties, u zou zich moeten schamen!

    Beantwoorden
    • Beste Cees Mijn Vader Elbert Jansen ,was een broer en zwager van Gert Jansen en zijn vrouw Ik ben dus een volle neef van tante Da en ome Gert mijn Vader en oom hadden nog een Adriaan en Cees als broer Verder waren er nog half broers en zuster ,die van Rooien heette Mijn Oma was nl voor de 2de keer getrouwd omdat Elbert sr gestorven was Volgens mij had voor mij Ome Gert maar 2 kinderen een zoon Elbert en een dochter,waarvan ik de niet meer weet Ik ben tenslotte ook 85 Ben benieuwd van welke Jansen jij dan weer bent Ik kan mij nog wel herinneren al was een ukkie dat bij ons ,ongeveer een kleine kilometer van de plaTs desonhes de deuren en ramen uit hun sponningen sloegen.Ik hoopje van dienst te zijn geweest en wat van je te horen Je heb mijn g mail adres met vr gr

      Beantwoorden
  2. Ik heb nooit geweten van deze inslag op 26 maart 1943. Door mijn onderzoek naar de geschiedenis van mijn voorouders en familie kwam ik erachter. Mijn verre achterneef Gerrit Jansen was gehuwd met Jacob Maria van Haaften. Zij kwam om het leven en staat op het monument. Er was veel tragedie in deze familie. Kan iemand mij vertellen of er nog nazaten in leven zijn? Zij hadden 3 kinderen. Vriendelijk dank. Cees Jansen, Veenendaal

    Beantwoorden
  3. Het droevige van dit verhaal is dat een V1 aanslag ineens een bom of luchtmijn was met een lancaster die zijn bommen kwijt moest voor de terugvlucht. Maar volgens ooggetuigen was er geen vliegtuig in de lucht en werden dus als fantasten weggezet alsof zij zich maar wat voorspiegelden. Het boek lezende is de conclusie dat hier ook veel bezijden de waarheid in staat en er staat aan het einde dat het naar alle waarschijnlijkheid een luchtmijn of bom was, er is echter geen enkel bewijs wat deze mening ook maar in de verste verte kan staven. Het is door velen aan genomen dat het geen V1 was na verschijnen van het boek van Olinga dus gehersenspoeld bleken te zijn. Het hele V1 gebeuren heeft nog steeds vele geheimen die niet te inzage zijn, het boek van Wilhelm Helmold aanbevolen door een onderzoeker in Blerick geeft een heel ander beeld ook daar is als eerste een V1 gevallen. Naar men zegt is er een scherf van bewaard gebleven, na metallurgisch onderzoek zou kunnen blijken waar die van is bom of V1, daar nooit antwoord op gehad. Getuigen uit Renkum en Wageningen hebben wat zien vliegen met een enorme vuurstaart achter zich en de daarop volgende reacties raken kant nog wal zo van die luitjes zijn kila knots. Discussie hierover met deze tegenstanders is niet mogelijk om welke reden dan ook, jammer

    Beantwoorden
  4. 1) de bom aan de Brinkerweg – Olinga heeft dit overtuigend genoeg aangetoond – is wel degelijk afkomstig uit dezelfde bommenwerper die ook de 4000 lbs Cookie boven Wageningen heeft gedropt. Onderzoek naar het geluid van een vallende 4000 lbs Cookie heeft opvallende parallellen aangetoond met een V-1, dus de associatie van Wageningers met een V-1 is zeer begrijpelijk.
    2) op internet circuleren voor elke gebeurtenis in de wereldgeschiedenis de meest zinnige en onzinnige zaken door elkaar. Als je internet moet geloven zijn er de afgelopen jaren schedels van reuzen opgegraven, worden we dagelijks bezocht door ufo’s en hebben de Amerikanen zelf de aanslagen op de Twin Towers en het Pentagon in scene gezet. Wie gemakzuchtig zijn gelijk wil behalen, komt op het internet helemaal aan zijn trekken.
    Wie serieus onderzoek wil doen moet zich (willen) verdiepen in primaire bronnen zoals politierapporten, luchtfoto’s, slachtofferregisters, processen verbaal, technische verslagen enz. Het kan evenmin kwaad om de door experts geschreven vakliteratuur te raadplegen over thema’s waarover men zelf geen of te weinig kennis bezit. Bosman (en Ruisch) kunnen deze stappen natuurlijk overslaan: alle ooggetuigen ZEGGEN dat het een V-1 was DUS het was een V-1, klaar. Met dezelfde gemakzuchtige instelling zou het percentage onopgeloste misdaden in Nederland stukken hoger liggen! Olinga komt na een zeer minutieus onderzoek en een hoop nieuwe feiten tot de eerlijke conclusie, dat in ‘de zaak Wageningen’ alles wijst op een Britse 4000 ponder MAAR het laatste stukje bewijs dat toestel X ook zijn bom boven Wageningen losliet ontbreekt. Dit is een serieuze poging tot waarheidsvinding van een oud-rechercheur.

    Bosman daarentegen concludeert op basis van vrijwel uitsluitend ooggetuigenverslagen dat Wageningen met een V-1 is bestookt door de Duitsers. Geen bewijzen DAT het een V-1 was, geen bewijzen dat zaken in de doofpot zijn gestopt, geen bewijzen dat de Duitsers het veilige, verafgelegen Peenemünde hebben verlaten om voortijdig een onbetrouwbaar geheim wapen prijs te geven boven bezet Nederland. Nee, Bosman (en Ruisch) willen ons overtuigen met diverse complottheorieën, een pijnlijk gebrek aan elementaire kennis van de Britse en Duitse wapenontwikkeling en een hele dikke duim. Dit alles heeft niks met waarheidsvinding te maken, dit is een slechte poging om een mythe te laten voortleven tegen elke prijs. Het is jammer dat 70 jaar na dato enkelen blijven volharden in een mythe omdat de eigenlijke toedracht – een tragische misworp van een Engelse bommenwerper – wellicht te pijnlijk is om innerlijk te aanvaarden. Dat laatste respecteer ik, maar ontslaat ons niet van de verplichting om met gedegen onderzoek de werkelijke toedracht vast te leggen.

    De lezers van beide boeken mogen zelf oordelen welke publicatie het meeste recht doet aan de nagedachtenis van de slachtoffers van deze ramp.

    Beantwoorden
  5. Waar de heren Bosman en Ruisch zelden inhoudelijk (of met onderbouwing) reageren op (mijn) tegenargumenten, wil ik wel zo vriendelijk zijn om op de twee vragen van de heer Ruisch op 21 april en 2 mei. Vragen die simpel te beantwoorden zijn ALS je – ik blijf het herhalen – ook de antwoorden echt te weten wil komen:

    21 april: waarom heeft de LBD niet gereageerd in beide plaatsen?
    Ruisch wekt met de deze vraag de indruk dat de LBD heeft weggekeken, Bosman maakte het nog spannender: de Sicherheitsdienst heeft de LBD ervan weerhouden alarm te slaan. Beide verdenkingen zijn ongegrond: de LBD – in Wageningen én Blerick – heeft gehandeld conform de TOEN geldende instructies van de Rijksinspectie voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Daarin staat duidelijk dat pas luchtalarm moest worden gegeven BIJ (lees: z.s.m. NA) een bominslag in de bebouwde kom. Precies dat is gebeurd: op 20-12-1942 als 26-3-1943 werd vrijwel meteen na de bominslag luchtalarm gegeven.

    3 mei:
    “o ja de V-1 is een DUITSE BOM de duitsers waren al aan het experimenteren in 1932 met dit wapentuig” en “het is niet te achterhalen waar de bom op de Brinkerweg vandaan komt.” Opnieuw twee fraaie voorbeelden hoe men de ogen sluit voor de feiten:
    1) het besluit om de Fi103 (in 1944 V-1 genoemd) te gaan ontwikkelen werd volgens de notulen van de General-Luftzeugmeister conferenties op 19-6-1942 genomen, bijna precies 1 jaar later wordt de balans opgemaakt en zijn pas 50 Fi103’s getest voor veel verschillende doelstellingen: één litanie van tegenslagen, geen woord over succesvolle testen tegen Blerick en Wageningen.
    2) Olinga heeft in zijn onderzoek de relatie tussen de Britse bom aan de Brinkerweg én het projectiel bij de Beekstraat voldoende onderbouwd. Misschien moet men zijn studie toch eens lezen.

    Beantwoorden
  6. Nog even terugkomend op het V-1 cq bom gebeuren als je op internet zoekt vind je films over en van de V-1 waar veel informatie uit te putten is en o ja de V-1 is een DUITSE BOM de duitsers waren al aan het experimenteren in 1932 met dit wapentuig. De vermelding hierboven dat er ook lichtere bommen zijn neergekomen slaat nergens op er is één niet ontplofte kleine bom gevonden op de Brinkerweg maar het is nergens te achterhalen waar die vandaan komt. Er komen steeds meer getuigen die wat hebben gehoord en gezien zouden deze mensen allemaal liegen of in sprookjes geloven??

    Beantwoorden
  7. In de Gelderlander van 20 april 2013 staat een schrijvende lezer die vermeld in zijn bericht dat bij het onderzoek veel aangenomen is. In zijn stuk staat ook dat er door Olinga ook nogal wat aanames zijn dus geen directe bewijzen. Je kan gan kisebissen wie heeft gelijk dat is niet meer te achterhalen als getuigen van tafel geveegd worden vliegbewegingen is iets anders van V1 zoekwerk waarom heeft de LBD niet gereageerd in beide plaatsen????

    Beantwoorden
  8. Ik heb zojuist ook Wim Bosman’s boek grondig gelezen en was onder de indruk van de vele ooggetuigenverslagen. Echter: iets zien dat (ruim 1,5 jaar later) LIJKT op de V-1 betekent omgekeerd niet, dat ‘dus’ de verschijnselen in maart 1943 een V-1 ‘moet’ zijn geweest. Een van die ooggetuigen heeft recent publiekelijk in een krant laten weten, dat hem beweringen in de mond zijn gelegd! Een reden temeer om de huidige weergaven van ooggetuigen nog eens te vergelijken met de eerder op schrift gestelde verklaringen…

    Waar Olinga meerdere opties (V-1, andere Duitse bom of Britse bom) tegen het licht houdt, neemt Bosman die mogelijkheden niet eens in overweging. Evenmin gaat hij inhoudelijk in op de ontdekking dat MET die zware bom, ook enkele lichtere projectielen gelijktijdig bij en zelfs in Wageningen zijn neergekomen. Dat wekt de verdenking van chronische tunnelvisie. Diverse aannames ‘het is er niet, dus het is bewust geheim gehouden’ kunnen – met onderzoek in het Bundesarchiv – wel degelijk ontzenuwd kunnen worden, je moet het alleen willen. Geschiedschrijving is een reconstructie door (amateur)historici op basis van feiten uit primaire bronnen, Bosman gebruikt rijkelijk de dikke duim om de hiaten in de primaire bronnen met wilde speculaties op te vullen. Het is op zijn minst opmerkelijk dat deze auteur die zich graag beroept op onderzoek in archieven, aan geen enkel archiefbestand refereert en in zijn lijst van gebruikte bronnen slechts één publicatie over de V-1 (Wilhelm Hellmold) vermeldt. Oordeelt u zelf…

    Beantwoorden
  9. Het verhaal bom op Roode Dorp in het van Olinga is niet bewezen hij gaat er vanuit dat een lancaster zijn bommen boven Wageningen heeft geloosd als dat zo zou zijn waren er veel meer inslagen geweest daar komt nog bij dat er geen vliegtuigen in de lucht waren. Als er lancasters overkomen kan je dat duidelijk horen. Een bom vliegt geen 7 a 8 kilometer door de lucht met een vuurstaart achter zich met een oorverdovend knetterend geluid er zijn 10 getuigen gehoord waarvan enkele op video vastgelegd zijn die zouden dan liegen en over een zeer rijkelijke fantasie beschikken zij weten het zeker het was een V 1. Al diegene die eerder voor 100% in de V 1 geloofden zijn nu ineens achter het verhaal bom gaan staan, maar zoals de wind waait waait mijn jasje.

    Beantwoorden

Plaats een reactie