Renkum 5 februari 1887 – Wageningen 20 april 1943
Renkum – Wageningen 20 april 1943
Betje Cohen was de dochter van Salomon Cohen en Sara de Vries.
Sinds eind 1942 was Betje samen met haar zus Ester op verschillende plaatsen ondergedoken.
De lichamen van Ester en Betje Cohen spoelden aan op dinsdag 20 april 1943 in de buurt van de Opheusdense pont nabij de steenfabriek De Blauwe Kamer. De telefonische melding, vanaf de steenfabriek, werd om 18.15 uur genoteerd bij de Wageningse politie en brigadier Noordhuis werd belast met het onderzoek. Uit het politiedagrapport blijkt dat ook brigadier Van Beek bij het onderzoek aanwezig was. De identiteit van de drenkelingen kon worden vastgesteld door de op de lichamen gevonden persoonsbewijzen.
Hoewel ze aan elkaar gebonden waren vermeldt het dagrapport:
‘ aan een misdrijf behoeft niet te worden gedacht’.
Deze zin in het politiedagrapport geeft aan dat de politiemensen Noordhuis en Van Beek op de hoogte waren van de zelfgekozen dood van Ester en Betje Cohen.
De drenkelingen werden per vrachtauto overgebracht naar de Algemene begraafplaats in Wageningen. Evert Elings identificeerde daar de stoffelijke resten van Ester en Betje.
Ester en Betje Cohen werden op 22 april 1943 begraven op de Nieuwe Israëlitische begraafplaats in Wageningen.
Bronnen
Gemeentearchief Wageningen
Register van overlijden 1943 no. 107.